In de kooi zit een eumo

In de kooi zit:…..een Eumo

Algemeen

Eumo is een factor die nog niet zo heel lang bij de kleurkanariekwekers bekend is. Dit natuurlijk afgezet tegen andere kleuren en factoren die al heel lang bekend zijn en gekweekt worden.

De Eumo factor is een mutatie van het erfelijk materiaal van de kanarie vogel. Dus geen modificatie of een product wat uit gerichte kweek is ontstaan. Waarschijnlijk is de factoor op meerdere plaatsen zo ongeveer gelijktijdig ontstaan. Vandaar dat er in het begin meerdere namen aan de mutatie zijn toegekend. Maar we kennen hem nu al een ruim aantal jaren onder de naam Eumo.

De Eumo factor heeft grote invloed op het pheao melanine en ook op het eumelanine. De pheao melanine wordt geheel in zijn ontwikkeling belet. Die komt dus helemaal niet tevoorschijn in de vogel. Dit wetende, kunnen we dus meteen al zeggen dat het pheao melanine dus ook geen rol speelt bij de kleurvorming van de grondkleur, die zal dus vrij helder zijn.

De eumelanine wordt veel minder aangetast. Dus krijgt die de kans om zich te laten zien. De reductie van het melanine heeft ook invloed op de kleur van de ogen. Die van vogels uit de zwart serie zijn donker, robijn, rood. De oogkleur van de bruinen en agaten is meer bloedrood.

Die rode oogkleur is een oorspronkelijk kenmerk van de Eumo’s. In de loop van de jaren is dit kenmerk vrijwel weggekweekt. Maar thans staat het weer heel duidelijk in de standaard. En dat is een goede zaak, tenminste in mijn opvatting. Typische kenmerken moeten we zoveel als mogelijk houden. Het bevorderd de herkenbaarheid op de keurtafel. Als we van de vogels zoekplaatjes maken, zal de toch al moeilijke eenduidigheid bij het keuren nog verder verminderen.

Andere kenmerken voor vogels met de eumo factor zijn: de geconcentreerde ligging van de eumelanine tegen de schacht van de veer aan. Dat kent de Topaas ook, maar die heeft het nog sterker. Door de concentratie van de eumelanine tegen de schacht, en het ontbreken van pheao melanine in de bevedering is de buitenrand van de veer voorzien van een omzoming. Let wel, daar is geen melanine meer, maar natuurlijk eventueel wel het lipochroom.  In de schachten van de veren zit geen melanine, wat een kleurloos beeld geeft. De snavel, pootjes en nageltjes zijn melanine loos en moeten daarom vlees- en hoornkleurig zijn.

Agaat Eumo rood mozaïek Links mooi masker en goede afscheiding borstvlek

Agaat Eumo geel mozaïek Mooi beeld van de rug van een agaat.

Vooral de diep grijze pigmentkleur is goed te zien.

Agaat Eumo geel intensief Mooie heldere grondkleur van de agaten

valt op en de pigmentloze randen van de vleugel en staartpennen.

Eisen

In principe gaan we uit van een klassieke vogel uit de zwart, bruin, of agaat serie. En die hebben als belangrijkste eis dat het pigment direct vanaf de snavelbasis begint. Vanaf daar moet de bestreping duidelijk zichtbaar zijn in de rug en de flanken. Omdat we als uitgangspunt de klassieke vogels moeten nemen, dienen ook hier de strepen bij de zwarten en bruinen breed en ononderbroken te zijn, dus lang en op een rechte lijn liggend. Bij de agaten volgen we ook de aanwijzingen zoals die bij de klassieke vorm zijn vastgelegd. Bij de agaten moet de bestreping wat smaller zijn dan bij de zwarte en bruine vogels en de bestreping moet regelmatig onderbroken zijn.

Bij de zwart eumo is de kleur van het eumelanine antraciet van tint in plaats van diep zwart. Bij de bruin eumo is het duidelijk dat de kleur van het pigment bruin blijft. Bij de agaat eumo is de kleur van de bestreping grijs. Door het gebrek aan pheao melanine zijn de zomen van de vleugel en staartpennen vrijwel kleurloos. Wel is daar natuurlijk de lipochroom kleur te zien.

Omdat de kleuruiting van deze factor dicht tegen die van Topaas ligt, moeten de kenmerken duidelijk zijn. Als er twijfel is, is het niet goed en moet, gemotiveerd in de punten waardering, terug gevonden kunnen worden.

 

Zwart Eumo geel mozaïek

Bruin-wit Eumo

Zwart-Wit Eumo en een Agaat wit Eumo

Lipochroom en mozaiek

Bij de Eumo’s komen we de gebruikelijke lipochroom kleuren en daarmee verbonden factoren tegen. We kennen wit dominant en recessief, geel met de factoren intensief, schimmel en ivoor. Datzelfde geldt ook voor rood. En dan is er nog de mozaïekfactor. Ook die kennen we in de kleuren geel en rood, al dan niet met de ivoor factor.

Bij de eumo’s met de dominant witte lipochroom kleur, is er sprake van een lichte, maar duidelijk waarneembare aanwezigheid van citroen gele aanslag in de randen van de grote slagpennen. Verder laten deze vogels nergens lipochroom kleur zien. Bij vogels met een recessieve lipochroomkleur is er in het geheel geen andere (behalve de pigmentkleur) te zien.

Vogels met een witte lipochroomkleur onderscheiden we niet in intensief en schimmel. Ook spreken we bij deze vogels niet van de ivoorfactor en kennen we ook geen mozaïek.

De eumo’s in het geel en rood mozaïek zijn vaak plaatjes. De mozaïek tekening moet aan de bekende eisen voldoen. Wie, oh wie, neemt de handschoen op en brengt ze op de TT?

Bruin Eumo Geel mozaïek azul

Bruin Eumo Geel mozaïek azul

Bruin Eumo  geel intensief

De azulfactor is in de bruine vogels niet toegestaan. De grondkleur is geheel verdwenen, Ernstige fout!! De bruin Eumo geel intensief: fraaie vogel harmoniërende kleuren.Information only in Dutch available.