Mogno en Azul

Kleurkanaries: MOGNO en AZUL.

=door Constant van Santen=

 

MOGNO, nieuwe kleur maar een mutatie-combinatie.

 

Aan het palet van kleuren bij de Kleurkanaries is in 2017 voor het eerst een Mutatie-combinatie toegevoegd. Ervan uitgaande dat de reeds bestaande kleuren niet als zodanig worden aangemerkt. Deze opmerking vraagt wat verduidelijking. Indien we terug gaan naar af, dan zien we dat Zwart eerst wordt omgezet in Bruin, daarna dat Zwart wordt gereduceerd naar Agaat en -bij over kruising- het Bruin naar Isabel. Dat zijn wel degelijk mutaties, maar in onze kanarie liefhebberij zien wij dat deze kleuraanpassingen tot de standaard kleuren gerekend worden.

 

Daarna hebben we mutaties in de vorm van pastel, grijsvleugel, opaal, phaeo, satinet, topaas, onyx, eumo, kobalt en jaspe welke officieel erkend zijn en in het vraagprogramma zijn opgenomen. Bij de lipochroom kleur (vetstofkleur of bijtint) hebben wij vanuit het geel de mutatie naar rood, wit, recessief wit, ivoor en mozaïek. Hierbij gaan wij uit dat schimmel en intensief in het geel, onder de originele kleur van de kanarie vallen. De rest is er, in min of meer gemodificeerde vorm, bijgekomen.

 

Een van de meest belangrijke mutaties, welke de laatste 30 jaar tot een storm van kleurverandering bij onze kleurkanaries heeft geleid, is de AZUL factor. Deze factor heb ik voor het eerst in Veenendaal bij de heer Muller waargenomen. Er waren vogels ontstaan welke geen zichtbaar bruine phaeo melanine hadden en een buitengewoon heldere bijtint toonde. De eerste vogels waarbij dit door mij werd geconstateerd was in de zwart reeks in casu Blauw pastel. Ik had als schoolgaande jongen nauwelijks budget om goed in het hok te duiken en afwijkende vogels aan te kopen. Een Blauwpastel pop ging wel mee maar de omstandigheden boden geen mogelijkheid om dat vast te leggen. De militaire dienst riep mij op en ik “mocht” “Hare Majesteit ’s wapenrok gaan dragen”, zoals dat toen werd genoemd. Alles in mijn hobby werd enkele jaren stilgelegd. De heer Acheri uit Parijs kwam toen regelmatig bij deze liefhebber op bezoek om vogels aan te kopen. Hij heeft ook deze afwijkende vogels gekocht en mede naar Italië doorverkocht. De heer Acheri was alom bekend en in die tijd bevriend met een van onze top specialisten, de heer Brokmeijer uit Rijswijk. Die vriendschap ging niet zo ver, dat men elkaar liet delen in alles wat afwijkend was. Zo kwam bijvoorbeeld de heer Brokmeijer een uurtje te laat om de eerste opaal mutatie kanaries te kopen en mocht op de stoep van de heer Acheri vernemen dat alle vogels bij hem in het transport kooitje zaten.

 

Niet iedere mutatie wordt als zodanig direct als mutatie herkend. Ik beschreef al eens, dat de heer Jan van Mol bij de heer Aschiery een Bruin Rood Mozaïek vogel kocht welke later een Zwart Topaas Rood Mozaïek bleek te zijn. Toen nog met veel phaeo en zeer Bruinachtig in voorkomen. Nu met de AZUL factor is deze vogel helder, met zwarte bestreping en lijkt niet meer op de eerste vogels in dit soort. Zo is het wellicht ook gebeurd met die heldere vogels welke de heer Aschiery in het Veenendaalse heeft gekocht en onder meer naar Italië zijn verhuisd. Daar heeft men klaarblijkelijk deze factor weten vast te leggen en als eerste bij de Agaten uitgebuit. In de loop van de tachtiger jaren ontstonden grote groepen Agaat Mozaïek vogels die zeer helder waren en waarbij de bestreping duidelijk zwarter was dan wij in Noord Europa gewend waren. De vogels waren witter in de ondergrond, nagenoeg of geheel vrij van zichtbare phaeo melanine maar bovendien eenduidiger in het zwarte, veelal kortere onderbroken pigment, van de Agaat. Beginnend op de kop, goed in de flanken en veel zwarter dan de Agaat in het algemeen bij ons.

Deze heldere vogels gingen weer retour naar Frankrijk, het Iberisch Schiereiland, Zuid Amerika, en ook naar ons in Noord Europa.. De liefhebberij werd internationaler en de liefhebbers gingen bij bosjes de grenzen over. De verspreiding van materiaal ging vanaf dat moment snel. Toen in de tachtiger jaren bij de heer Bernardino Yeves de “ONYX” mutatie ontstond, gaf hij deze vogels aan kennissen uit de regio, de heren Belver Llorenz. Die ontwikkelde deze vogels in de zwarte groep en bijna iedere andere denkbare combinatie. Zij waren daar eerst niet erg open in. Maar tijdens een bezoek aan hem, zag ik welke mogelijkheden hij al had uitgeprobeerd.  De afvallers gingen naar een grote buiten volière in de bergen.

Bevederingsonderzoek van de mee gebrachte veren, door de heer Onsman in Nederland, gaf de ware aard van deze mutatie.

Vanaf begin negentiger jaren verkocht de heer Belver Llorenz de vogels naar liefhebbers uit vele landen. De Onyx werd met alles gecombineerd, meestal van goede kwaliteit. Uit deze na-kweek kwamen bij verschillende liefhebbers vogels in de zwarte reeks, welke zeer helder waren, zonder zichtbare phaeo melanine. Wij hadden allemaal de Zwarte Onyx vogels gepaard aan de heldere Agaat vogels om de factor over te hevelen. Later zagen wij ook duidelijk lichtere en heldere Bruine vogels ontstaan. De later bekende AZUL factor had zijn intrede gedaan in de Zwarte en Bruine reeks.

In Italië gebruikte men de heldere Agaat vogels als basis om ook de Isabel helderder te maken, later de Satinet, en men ging verder naar de overige mutaties. Ook in andere landen deed men dat en de kleurkanarie liefhebberij geraakte in een stroomversnelling welke slechts door de specialisten c.q. vak fanaten kon worden gevolgd.

In de stroomversnelling, die plaats vond in de kleurkanariesport, verzaakte men te herkennen dat deze ontwikkeling door de AZUL factor was ontstaan. In Italië noemde men deze factor overigens MONO-melanine, waarbij men aan gaf, dat deze vogels alleen eumelanine moesten bezitten. Men kon de juiste werking niet benoemen of wilde het niet. Immers de kas stroomde vol!

 

Werking AZUL factor.

Eerst zal ik u trachten uit te leggen wat de AZUL factor bij de kleurkanarie doet.

Bij de AZUL factor wordt er geen phaeo melanine in de ondergrond meer aangemaakt. Deze melanines worden daarbij getransporteerd naar de plaats van de eumelanine in de bestreping. De bestreping wordt daardoor donkerder en talrijker. In de ondergrond is de phaeo melanine verdwenen en kan derhalve niet meer mengen met de lipochroomkleur (=bijtint). De bijtint van de vogel wordt daardoor helderder. De omzomingen van de veren wordt lichter vanwege het afwezig zijn van de phaeo melanine. Dit versterkt het beeld wat wij bijvoorbeeld bij de Agaten al hadden. Ook werd de Topaas factor ineens veel attractiever. Het mutatiekenmerk van de Topaas: “Melanin Centraal” kwam met AZUL ineens in het kwadraat tot uiting. De pigment tekening bij vele mutanten werd completer en duidelijker en meer Zwart of Bruin.

Juist in de Agaat en de Isabel reeks. Waar wij van origine ook al een onderbroken pigment vroegen. Het bestreping-karakter van de AZUL gaf al een meer onderbroken patroon, mede door de lichtere veeromzomingen. Dit beeld werd dus bij de Agaat en de Isabel versterkt.

Combinaties van de AZUL factor en de Phaeo factor gaven nagenoeg witte vogels! Er bleef een lichte tekening over veroorzaakt door eumelanine in de ondergrond. Ook bleef de donskleur aanwezig. Tevens heb ik geprobeerd om Zwart Phaeo AZUL vogels met tekening te kweken maar slaagde daar niet in.

Ik wals door de ontwikkeling heen, maar heden ten dage komen er meer kleuren in het vraagprogramma voor, welke met AZUL factor worden gekeurd dan zonder!

Alle Agaten zijn azul vogels geworden. In het noorden hebben wij overigens liever de intensieve vogels zoals bijvoorbeeld de Agaat Rood (of sch) en Agaat Geel (of sch) zonder AZUL daar de bijtint dan meer geoxideerd is en de typische tint vertegenwoordigt welke wij kennen door de vermenging van de vetstof kleur, met een beetje phaeo, een beetje zwart uit de ondergrond, blauwfactor en de intensief factor. In de standaard moet ook de Agaat Wit zo werken maar vele keurders keuren de Agaat Witte in de AZUL reeks al hoger “omdat die zo lekker contrasteert”. Dat laatste is niet juist, daar wij in de standaard nog steeds een gekleurde bijtint vragen en niet “de nagenoeg witte”. Als gezegd bij de AZUL Agaat Witte vindt de vermenging van de vetstof kleur met het phaeo niet plaats daar deze er niet is! Dus alleen het weinig zwart in de ondergrond en de blauwfactor welke niet tot uiting komt vanwege het ontbreken van de phaeo.

 

Alle Isabel vogels zijn azul geworden m.u.v. de gele en rode (int of sch). De witte Isabel azul vogels nemen het ook al over van de “niet azul vogels”.

Alle pastellen in Zwart, Agaat en Isabel. Alle Opaal vogels in Agaat en Isabel. Alle Topaas vogels in Zwart, Bruin, Agaat en Isabel. Alle Satinet vogels. Alle Eumo vogels. Vele Jaspis vogels. En ga zo maar door.

 

De laatste jaren gaan ook meer vogels in de Zwarte reeks in de AZUL vorm door keurders hoger beoordeeld worden dan de niet AZUL vogels.

 

Dat vraagt even uitleg.

De Zwarte vogels moet bij uitstek maximaal geoxideerd zijn. In de bestreping maar ook in de ondergrond. Ten principale kan een vogels in de Klassiek Zwarte reeks de azul factor niet bezitten daar de ondergrond veel lichter wordt. De omzomingen worden ook lichter. Dus de vogels hebben niet meer de compact zwarte en donkere uitmonstering welke in de standaard omschreven staat. Het accent ligt bij de keurder soms op Bruine phaeo. De afwezigheid van de phaeo beoordeeld hij of zij als grote pluspunt en de nadelen worden daar ondergeschikt aan gemaakt. Juist de phaeo doet de vogel in bestreping en ondergond en bijtint maximaal geoxideerd zijn. Vooral in de bijtint!

 

Een ander kenmerk van de AZUL factor is, dat deze cumulatief werkt. Iedere keer als u AZUL aan AZUL paart wordt de bestreping donkerder en talrijker. Dat mag u van mij selectie of modificatie noemen. Dat toenemen van de bestreping hebben wij al bij alle eerder genoemde kleuren met AZUL gezien. Allen kennen wij nu onder meer de vol gemelaniseerde vogels met een complete borst bestreping.

 

Ook zien wij de toename van de bestreping en de verzwarting van de bestreping bij de vogels in de Klassiek Zwarte reeks. Zodanig zelfs dat de rugdekken ineen vloeien van het pigment en de bijtint tussen de rugbestreping nauwelijks meer zichtbaar is. In Nederland en België hebben wij dat al een tiental jaar geleden onderkend en hebben aangegeven dat tussen de maximaal brede en ononderbroken rugbestreping wel een zone aanwezig en duidelijk waarneembaar moet zijn van de bijtint.  Natuurlijk is de bijtint bij deze vogels niet maximaal geoxideerd. Duidelijk lichter dan de kleur die wij vragen bij een Zwart Rode, Zwart Gele of Zwart Witte vogel. In de Noordelijke landen van Europa stellen wij daar nog steeds hoge eisen aan. In het Zuiden wordt er nauwelijks naar de bijtint gekeken. Noch de kwaliteit van de doorkleuring, de egaliteit of zuiverheid. Een Mozaïek vogel bijvoorbeeld, krijgt in Italië in bijna in alle gevallen een “13”. Zo zijn de keurders in België, Nederland en Duitsland gelukkig niet opgeleid.  Dat moeten wij  naar mijn mening ook zo houden. Een goed pigment maakt de rest niet beter of omgekeerd!

De vogels zijn soms zo donker van de bestreping met een vol pigment op de borst, dat de bijtint -of mozaïek tekening- nauwelijks nog waarneembaar is. Ook daar zet ik mijn vraagtekens bij.

 

En nu de MOGNO!

De AZUL factor werd ook in de Opaal factor ingekruist. Bij de Agaat Opalen heeft dat als eerste tot een mooie duidelijke en heldere tekening geleid. Wel was de ondergrond lichter. Bij de Zwarte gaf dat een veel donkerder bestreping en de ondergrond werd vanzelfsprekend veel lichter en vormde een groot contrast met de bestreping.

Meer omzoming op de bevedering en het karakter van de mutatie, dat de onderkant van de veer donkerder is dan de bovenkant, verdween. Door het mutatie kenmerk dat de verzwarting of verbruining in de bestreping steeds verder door gaat, werd dit verschil versneld en gecumuleerd.

Dat geeft een antwoord op wat sommige liefhebbers hebben gesteld, dat de MOGNO factor een vorm van selectie zou kunnen zijn. Deze modificatie, die plaats vindt, zit opgesloten in de mutatiekenmerken van de AZUL factor.

 

Deze ontwikkeling gaat steeds verder. De Zwart MOGNO (opaal) vogel wordt soms al zo donker dat deze in eerste opslag als klassieke vogel wordt aangemerkt. Deze ontwikkeling zal zich voort zetten.

Zo ook hebben we Agaat Topaas kanaries (met Azul dus) die tegen de Zwart Topaas aanliggen of Agaat Eumo die tegen de Zwart Eumo aanliggen. Alles wordt met de AZUL factor meer bestreept en donkerder van bestreping.

 

Bij de Bruin MOGNO zien wij een sterke Bruine bestreping. Deze bestreping was enkele jaren geleden mahonie, dus rose-achtig van kleur. Wordt echter vanwege de cumulering van de kleur der bestreping en het pigmentbezit van deze bestreping steeds donkerder. Deze Mahonie kleur is verantwoordelijk voor de voordracht van Brazilië om deze mutatie “MOGNO” te noemen. Ik mag hier zeggen; dat ik het vreemd vindt, omdat de kleurbenaming altijd werd gedaan aan de hand van de hoofdkleur dus de mutatie of in dit geval mutatie combinatie in Zwart. In Italië werd deze mutatie eerst QUARZ genoemd op basis van de Zwarte OPAAL AZUL vogels.  Naar mijn mening op basis van de eerdere principes, een betere keuze.

 

Herkomst.

Brazilië heeft de vogel ter acceptatie voorgedragen aan de OMJ. Dat wil niet zeggen dat de MOGNO mutatie combinatie daar ontstaan is. De heer Beraldi heeft wel degelijk veel werk in het ontwikkelen van deze combinatie gestoken, maar de mutatie combinatie kwam al geruime tijd voor in Spanje (vooral in het Bruin). In Italië (onder meer Montanaro) vooral in het zwart. Men claimde dat het mutaties waren. Dat gebeurde in Spanje ook al eerder met de Zwart Azul. U kent inmiddels de ontwikkeling en het verhaal.

 

Hoe of Wat?

Nieuwsgierig als ik ben, heb ik vanzelfsprekend geprobeerd om de QUARZ of MOGNO vogel te verkrijgen uit een zwart opaal gekruist met een klassieke Zwart Azul. Dat is mij na enkele jaren gelukt. Niet direct met die maximaal donkere bestreping maar wel met de kenmerken welke bij de QUARZ/MOGNO vogels waren. Ook omgekeerd is het gelukt. Een QUARZ/MOGNO vogels werd met een klassieke zwarte gepaard om na enkele jaren een gewone Zwart Opaal te verkrijgen.

 

Het lijkt er overigens op dat er met een Zwart Opaal en een Zwart Mogno een intermediaire uiting ontstaat. Op dit moment kan ik u laten weten dat dat naar mijn mening niet het geval is. Als je twee verschillende genetisch bestanden aan elkaar kruist dan zal dat zeker over en weer in de na-kweek gevolgen hebben.  Bij de nakomelingen kwam ik geen vogels tegen die de intermediaire mutatiekenmerken hadden. De OPALEN behielden hun kenmerk van de goede oxidatie in de ondergrond (vooral tussen de bestreping op rug en kop), toonden de lichtere bovenkanten van de grote bevedering en eenduidiger kleur. De MOGNO vogels hadden de lichtere ondergrond en donkerder bestreping. De bovenkanten van de grote bevedering was niet lichter dan de onderkant en hadden wat lichtere omzomingen. Bij de combinatie tussen de OMYX en de Opaal vogel was er wel een duidelijke tussenkleur te zien en uit die tussenkleuren kon men de beide originen kweken. Maar dat heb ik reeds in de negentiger jaren over gepubliceerd. Die beide factoren bleken op dezelfde allele te liggen.

Op dit moment is dat naar mijn mening voor OPAAL en MOGNO niet het geval.

 

Ook de Topaas en de “INO” factor liggen op hetzelfde allele. Deze INO factor gaat van bij de Phaeo zonder bestreping en met de Azul actor van een nagenoeg witte vogel met rode ogen naar een nagenoeg witte ondergrond met rode ogen met een donkere bestreping (zwart  bij Zwart en Agaat en Bruin bij Bruin en wat lichter bij Isabel) bij de Topaas. De intermediaire tussen de Phaeo en Topaas vogel doet denken aan een Bruin pastel achtige dus duidelijk tussenliggend.

 

PROBLEMEN die ontstaan.

De verzwarting heeft ook nadelen. Helemaal in combinatie met het afwezig zijn van de phaeo in de kleurkanarie.

Er zijn vele mutaties waarbij iets op het gebied met de eumelanine gebeurd. Ook zijn er mutaties welke wat met de phaeo doet. Nu ontstaan er overlappingen welke de herkenbaarheid van de verschillende mutaties aantasten. Je kunt nu via verschillende wegen tot dezelfde of bijna dezelfde kleur komen. Vogels die bewust in een verkeerde klasse worden ingeschreven om aldaar de winst te behalen. Nuances die niet of nauwelijks kunnen worden opgemerkt.

 

Je kunt overwegen om verschillende kleuren in een categorie in te delen om deze verschillen maar achterwege te laten en dezelfde keurnorm op lost te laten, om maar een voorbeeld te noemen. De cumulatie van pigmenten en bestreping van de AZUL vogels zorgt voor een steeds donkerder uiting van de vogel. We gaan zo misschien dus weer “terug naar af” wat kleur betreft. Eerst muteren en dan weer terug ontwikkelen. Met dit verschil dat er dan geen phaeo meer aanwezig is.

Ik mag u bekennen dat ik niet direct altijd meer het verschil tussen bepaalde kleuren kan zien. Zelfs in mijn eigen hok niet. Mag dan eerst op de ring kijken om te weten uit welke lijn (en dus kleur) die komt. Ik heb het dan niet over tussenkleuren maar over top vogels. Die de juiste vertegenwoordigers van hun kleurbeeld zijn. Heb daarover met enkele vooraanstaande collega kwekers gesproken en ook daar bestaat deze twijfel.

 

Kortheidshalve geef ik hieronder een samenvatting van de factoren welke tot op heden werking hebben op de eu- of phaeo melanine bij de kleurkanarie op een bondige en gemakkelijke manier aan.

 

  • De wijziging van zwart naar bruin.
  • De reductie van de phaeo naar Agaat en Isabel.
  • De reductie van eumelanine bij de Pastel.
  • De wijziging van de ligging van de melanines bij de Grijsvleugel (kapot gaan melanocieten).
  • De wijziging van de ligging van de melanines van vnl boven de cortex naar onder de cortex (baarden en haakjes vrij van melanine).
  • De 50% reductie van de Topaas factor in eu- en phaeomelanine.
  • De reductie van de Satinet factor, zwartoog bij zwart eumelanine -nagenoeg zonder tekening- en roodoog bij Bruine eumelanine.
  • De lege phaeo melanine cellen van de Eumo.
  • Het afwezig zijn van phaeo melanine bij de Azul.
  • De “ino” factor en afwezig zijn van de bestreping in de boven bevedering bij de Phaeo.
  • Het omzetten in zwart van de phaeo melanine bij de Onyx.
  • De wijziging van de ligging en aanmaak van de phaeo bij de Kobalt.
  • De verandering van de ligging van de melanines door inkruising vreemd genetisch materiaal.
  • De enzym- of bontfactor welke de “ongepigmenteerde” vogels tot gevolg heeft.

 

Toekomst.

Wij zullen onduidelijkheden in de standaard en causale factorenbezit moeten weg nemen. Aangeven waar wij wel of geen azul willen en dan streng beoordelen (bijtint). Aangeven wanneer er te veel pigment is dat de bijtint of mozaïek tekening niet goed meer beoordeelbaar is. Internationale draagkracht krijgen voor het principe dat de tekening op de rug of elders in de vogels, de bijtint niet mag wegdrukken en duidelijk waarneembaar moet zijn. Dat een maximale geoxideerde bijtint er eentje is met of zonder azul. En opnieuw moeten overwegen of de poot-en snavel kleur van de agaten zonder enig pigment wel de juiste keuze is. Ik heb hier in Italië al meer dan 10 jaar gevraagd; mij een Agaat Rood Intensief of Agaat Geel intensief met de juiste bijtint met ongemelaniseerde poten te laten zien. Tot heden is dat nog niet gebeurd. Een zwart bestreepte vogel met maximaal pigment en witte poten? Dat kan niet. Een standaard maken voor een klassieke Agaat vogel met mutatie kenmerken van de Azul evenmin.

De acceptatie van de MOGNO vraagt ook duidelijkheid of andere mutatie combinaties in het Kleurkanarie vraagprogramma van de COM toegelaten mogen worden. Denk daarbij aan de vroegere Zwart Pastel Opaal of een duidelijk lichtere Phaeo (in Isabel of met een pastelfactor of zo) enzovoorts.

Duidelijkheid wordt op vele punten gevraagd voor keurders en liefhebbers want anders raken wij met zijn allen echt de draad kwijt.

Sorry dat ik wat kort het een en ander heb moeten beschrijven, maar er was nu echt heel wat bij te praten.

Succes, het is en blijft een fantastische hobby!

 

Constant van Santen.

Lid NBVV, AOB, FOI.